Nieuwsbrief watervogel wintertellingen april 2021

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van maart 2021 en tevens de herinnering om komend weekend van 17 of 18 april 2021 weer te gaan tellen.
De eerste maanden van 2021 waren anders dan in een normale winter, eerst een weekend dat er mensen in korte broek buiten liepen vanwege het heerlijke lente-achtige weer en een week later code geel vanwege de gevallen sneeuw. Dit alles met de COVID19 maakt het voor het gevoel een heel ander seizoen.
Voor het telweekend ziet het er goed uit, wel koude nachten maar overdag grotendeels droog.

Het begin van anders denken over natuur, milieu en landschap!

Te lang is gedaan alsof de natuur gratis is. Valt de waarde van natuur te meten?

Nieuwe welvaartmeting Tot nu toe is de welvaart van landen vooral gemeten via het bbp. Maar daarin wordt niet meegewogen hoe de natuur ervoor staat. Een nieuwe, officiële standaard maakt het natuurlijke kapitaal inzichtelijk. „De Chinese regering berekent al een bruto ecologisch product.”

De Statistische Commissie van de Verenigde Naties heeft onlangs een besluit genomen dat vergaande gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de welvaart van landen. Tot nu toe is die vrijwel uitsluitend berekend op basis van het bruto binnenlands product (bbp), ofwel de waarde van alle binnen de landsgrenzen geproduceerde goederen en diensten. Maar het effect op natuur en aarde is daarin niet meegenomen. Daarom is er sinds kort een meetmethode bijgekomen: de zogeheten natuurlijkkapitaalrekeningen zijn officieel erkend als statistische standaard.

Bij de presentatie van het 360 pagina’s tellende boekwerk waarin deze methode wordt beschreven, sprak VN-chef António Guterres vorige maand van een grote stap, die ertoe moet leiden dat landen meer oog krijgen voor de waarde van hun natuurlijke kapitaal. De afgelopen vijftig jaar is de wereldeconomie volgens Guterres bijna vijf keer zo groot geworden en dat is ten koste gegaan van het milieu. „Natuurlijke hulpbronnen spelen op dit moment geen rol in de manier waarop landen hun welvaart berekenen”, zei hij. „Het huidige systeem is gericht op vernietiging, niet op behoud.”

Bezwaren tegen het bruto binnenlands product als welvaartmeter zijn niet nieuw. Zelfs volgens de meeste voorstanders ervan is het bbp een te ruwe en te beperkte maat. Maar het is wel de enige die investeerders serieus nemen. En hij heeft gevolgen voor het vertrouwen van consumenten, de huizenprijs en datgene waar kiezers politici op afrekenen.

Milieuschade

De natuurlijkkapitaalrekening moet een van de grootste problemen van het bbp aanpakken: dat milieuschade er geen deel van uitmaakt. Natuur is in het bbp onzichtbaar. Simpel gezegd komt het erop neer dat een boom in het bbp pas meetelt als hij wordt gekapt. En alleen door natuurgrond te veranderen in bouwgrond of akkerland, groeit de welvaart. Zeker voor een klein land als Nederland, waar grond uiterst schaars is, is dat problematisch. Ook lucht- en watervervuiling spelen in het bbp niet mee, opruimen van de rotzooi verhoogt de welvaart echter wél.

„We hebben de natuur behandeld alsof ze gratis en grenzeloos is”, aldus Elliott Harris, topeconoom bij de VN. „We hebben haar aangetast en uitgeput, zonder echt te beseffen waar we mee bezig waren en hoeveel we daarbij zijn kwijtgeraakt.”

We hebben de natuur aangetast en uitgeput, zonder echt te beseffen waar we mee bezig waren en hoeveel we daarbij zijn kwijtgeraakt

Elliott Harris topeconoom bij de VN

De natuurlijkkapitaalrekening biedt landen volgens Harris een instrumentarium om natuur te meten. Ook al resulteert dat niet, zoals het bbp, in één getal, maar in een breed scala aan indicatoren, het is belangrijk. Want: „Wat we meten, waarderen we, en wat we waarderen, beheren we.”

Volgens de Verenigde Naties is meer dan de helft van het mondiale bbp afhankelijk van het natuurlijke kapitaal van de aarde – variërend van bestuiving door bijen, wateropname door bossen en het gebruik van wilde planten voor medicijnen. Tegelijkertijd is dat kapitaal alleen al de afgelopen twee decennia met 40 procent afgenomen. De mensheid heeft met haar economische activiteiten driekwart van het landoppervlak en twee derde van het wateroppervlak van de aarde flink veranderd.

Ruim honderd ecologen, statistici en economen uit tientallen landen op alle continenten hebben jaren gewerkt aan het principe van de natuurlijkkapitaalrekening. Lars Hein, milieusysteemanalist aan Wageningen University, is een van hen. „Echt uniek”, noemt Hein het feit dat de methode in „relatief korte tijd” is goedgekeurd.

De monetaire waardering

De eisen van de Statistische Commissie van de VN zijn hoog, vertelt hij in een videogesprek. „Alle statistische bureaus in de wereld hebben ernaar gekeken. Ze hebben hun eigen zorgen en technische inbreng gehad, van de Europese Unie tot de VS en China. Nu alle kritiek is verwerkt, zijn de meetmethodes, definities, gehanteerde concepten en indicatoren officieel tot statistische standaard verheven. Er zijn nog wel vragen over de monetaire waardering van ecosystemen. Daarom is dat deel nog niet officieel aangenomen. Maar ook die methode wordt al wel door de VN aanbevolen.”

Hein heeft grote verwachtingen van natuurlijkkapitaalrekeningen bij het in kaart brengen van de welvaart van een land. „Voor het eerst is er nu een degelijke manier om duurzaamheid te meten en te vergelijken”, zegt hij. „Als ik een palmolieplantage neerzet en ik verlies daardoor een bos, is dat dan positief of negatief? Het eerlijke antwoord is: soms wel en soms niet. Dat hangt bijvoorbeeld af van de degradatie in het bos, en of dat in een veengebied ligt. Maar de vraag is: hoe meet ik dat? Overheden hebben meestal geen idee van de waarde van een bos. Nu kunnen we dat inzichtelijk maken. En daarmee wordt in ieder geval de trade-off duidelijk. Voor veel bossen is de optelsom van de waarde van CO2-opslag, waterregulering en andere diensten hoger dan de opbrengst van een oliepalmplantage. Ook kan je met deze methode biodiversiteit beter meten en meewegen in de besluitvorming.”

Monitor Brede Welvaart

Lars Hein werkt nauw samen met een team van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) dat opdrachtgever was van het Nederlandse deel van het onderzoek.

Het CBS is blij met de nieuwe standaard. Ter aanvulling van het bbp werkt het al enige jaren met de ‘Monitor Brede Welvaart’. Het natuurlijke kapitaal maakt daar deel van uit, maar is veel fijnmaziger. De monitor gebruikt ongeveer twaalf indicatoren om een globaal beeld te geven van natuurlijk kapitaal. Terwijl er voor Nederland al zo’n tachtig kaarten gemaakt zijn van de omvang van ecosystemen, hun conditie en de ‘diensten’ die ze leveren. Dat er met kaarten wordt gewerkt, dat het dus ‘ruimtelijk-expliciet’ is zoals ze dat bij het CBS noemen, vindt het bureau ook een pluspunt.

Ook internationale vergelijkingen worden mogelijk nu al ruim veertig landen, en ook de denktank van geïndustrialiseerde landen OESO, de Europese Commissie, de Wereldbank en het IMF het principe van de natuurlijkkapitaalrekeningen omarmd hebben.

Hoe groot is de CO2-voetafdruk van Nederland als importeur van palmolie uit Indonesië of soja uit Brazilië?

Nederland zou bijvoorbeeld de impact van de omvangrijke Nederlandse handel op natuur en milieu kunnen uitrekenen. Hoe groot is de CO2-voetafdruk van Nederland als importeur van palmolie uit Indonesië of soja uit Brazilië? Tot nu toe werd daarbij alleen gekeken naar de uitstoot die vrijkomt bij het transport ervan.

Hein benadrukt dat niet alles in geld kan worden uitgedrukt: natuur heeft ook een intrinsieke waarde. Toch kan hij zich voorstellen dat landen op termijn naast het gewone bbp ook een ‘groen bbp’ gaan berekenen. China experimenteert daar al mee. „De Chinese regering berekent al een ‘bruto ecologisch product’. De modellen zijn nog grof en beperkt in reikwijdte, maar ze geven China wel meer inzicht in de gevolgen van diens economische beleid voor het milieu.”

Hein hoopt dat de natuurlijkkapitaalrekening de wereld een beetje zal veranderen. „Het gaat niet goed met onze ecosystemen en met ons natuurlijke kapitaal. Om het beter te doen, moeten we meten wat er gebeurt en weten waar de pijnpunten zitten. Om te begrijpen hoe we het anders moeten doen, hebben we ook de economische invalshoek nodig. Dit kan verschil maken.”

FILIPIJNEN ECOTOERISME, GEEN PALMOLIEPLANTAGE

De gouverneur van het Filipijnse eiland Palawan wilde, om de economie te stimuleren, toestemming geven voor houtkap om ruimte te maken voor palmolieplantages. Een analyse op basis van de natuurlijkkapitaalrekening leerde dat het eiland, met zijn koraalriffen, bossen en zeer aantrekkelijke landschap meer verdient met ecotoerisme. De opbrengst daarvan, zowel financieel als in de vorm van werkgelegenheid, bleek hoger dan die van een palmolieplantage.

Daar kwam bij dat de bevolking op grote delen van het eiland nog geen goede drinkwatervoorziening had. Het eiland is langgerekt, waardoor tientallen kleine rivieren in zee uitkomen. Voor de drinkwatervoorziening is behoud van de bossen een vereiste, omdat die het water zuiveren en vasthouden. Zo is er ook in de droge tijd voldoende water beschikbaar.

Plantages zouden juist water aan de bodem onttrekken en tot vervuiling leiden. Dat zou ook de koraalriffen aantasten, wat weer ten koste zou gaan van het toerisme op het eiland.

NEDERLAND HOGE TOL VAN MELKBOEREN OP VEENWEIDEGROND

Een vijfde van de Nederlandse melkproductie vindt plaats in veenweidegebied, met een hoog grondwaterpeil en een drassige bodem. Zo’n gebied is, met de huidige bedrijfsvoering, alleen geschikt voor melkveehouderij als er gedraineerd wordt. Door de daling van het grondwaterpeil komt het organische materiaal (plantenresten) uit de veengrond in aanraking met lucht en dat zorgt voor oxidatie. Dat leidt tot een CO2-uitstoot tot 45 ton per hectare per jaar en een bodem die inklinkt (tot 1 centimeter per jaar).

Bij een CO2-prijs van rond de 50 euro per ton bedragen de kosten van de CO2-uitstoot in deze gebieden meer dan 2.000 euro per hectare per jaar. De kosten van elektriciteit en onderhoud van drainageapparatuur, plus de schade aan funderingen van huizen en wegen als gevolg van drainage worden geschat op 1.000 tot 1.500 euro per hectare per jaar. Deze kosten zijn daardoor in veel gevallen hoger dan het bedrag dat de boer netto verdient aan de veenweidegebieden.

Andere afwegingen zijn: historische rechten van boeren, investeringen die ze hebben gedaan, hun rol in het landschapsbeheer, maar ook de stikstof- en methaanuitstoot door koeien, behoud van biodiversiteit, recreatieve mogelijkheden (en de rol van boerenbedrijven daarin). Alleen op basis van het volledige beeld kan een goede afweging worden gemaakt over wat er met een bepaald gebied moet gebeuren.

Met drones op zoek naar de ideale plek voor weidevogels

Het voorjaar is dé tijd om weidevogels te zien. Grutto’s, tureluurs en kieviten buitelen op veel plekken weer door de lucht boven de Hollandse polders. Wil je hen als boer of grondeigenaar echt blij maken, dan zorg je dat er voldoende ‘plas-dras’ te vinden is. Maar hoe gebruiken de vogels die plas-dras-gebieden eigenlijk? En waar moeten de plekken aan voldoen?

Het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard, de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard en 4D Precisie Natuurbeheer zoeken dat uit. Ze doen dat samen met vrijwilligers, en met behulp van drones en slimme software. 

Zie hier het verdere bericht van de Provincie Zuid-Holland.

Foto header: twee grutto’s in plas-dras door Marielle Oudenes

Teken petitie voor meer natuur in Nederland

Het doel is dat er in Nederland veel meer ruimte komt voor de natuur. Een nieuw plan laat zien dat het relatief eenvoudig en budgetneutraal kan. De verkiezingen zijn net geweest dus laten we ervoor zorgen dat dit wordt opgenomen in het nieuwe regeerakkoord. Teken de petitie en deel met iedereen!

Het doel van deze petitie is ervoor zorgen dat er in Nederland veel meer ruimte komt voor de natuur.

En een revolutionair plan laat zien dat dit relatief eenvoudig en budgetneutraal kan: veel boeren willen stoppen en bouwgrond is veel meer waard dan landbouwgrond. Dus als er op een heel klein deel van de vrijkomende landbouwgrond duurzame woningen bouwen, kunnen de boeren een geweldige uitkoopsom aanbieden en de rest tot natuurgebied maken. Zo snijdt het mes aan twee kanten: de natuur krijgt meer ruimte, uitstoot wordt drastisch teruggedrongen en de woningnood wordt opgelost.

Twee gewone Nederlanders met een hart voor duurzaamheid — Folef en Iman — bedachten dit plan dat door deskundigen, maatschappelijke organisaties en de media massaal omarmd wordt. De initiatief nemers van deze petitie willen nu laten zien dat er ook onder burgers een breed draagvlak is. Als er 75.000 handtekeningen zijn dan overhandigen we de petitie rechtstreeks aan de formateur en het nieuwe kabinet:

https://secure.avaaz.org/campaign/nl/deltaplan

Dat Nederland moet veranderen is wel duidelijk. Dat is in de stikstof- en klimaatcrisis zelfs door de rechter afgedwongen. Het mooie van dit plan is dat het enorme winst boekt op het gebied van klimaat, milieu, biodiversiteit en welzijn, maar niet ten koste van boeren of andere groepen.

Nederland bestaat nu voor 66% uit landbouwgrond en voor 15% uit natuur. Met dit plan kan de ruimte voor natuur verdubbeld worden, wat volgens wetenschappers nodig is om internationale biodiversiteitsdoelen te halen. Als ze voldoende gecompenseerd of gesubsidieerd worden, willen veel boeren stoppen of overstappen op natuurinclusieve landbouw. Er is geen betere manier om klimaat- en milieuproblemen aan te pakken dan ruimte geven aan de natuur, want enerzijds slaat de natuur enorm veel CO2 op en anderzijds betekent minder (intensieve) landbouw minder uitstoot.

Om een gebied zo groot als Drenthe, Overijssel en Gelderland samen vrij te maken, is ongeveer 100 miljard euro nodig voor het uitkopen van boeren. Omdat bouwgrond veel meer waard is dan landbouwgrond kan dit gerealiseerd worden door op 4% van die grond duurzame en betaalbare woningen te bouwen.

Sinds de initiatiefnemers het plan hebben gelanceerd, staat hun telefoon roodgloeiend en wordt het van alle kanten omarmd, maar ze hebben onze steun nodig om ook de politiek over de streep te trekken. De verkiezingen zijn net geweest en binnenkort wordt er weer een regeerakkoord geschreven. Dit is hét moment om ons uit te spreken voor veel meer natuur in Nederland:

Het doel is de urgente uitdagingen waar ons land voor staat te lijf gaan en tegelijkertijd een mooi perspectief bieden op een betere versie van Nederland om in te willen wonen en waar we onze kinderen een goede toekomst kunnen bieden. Teken je mee?

Voucherregeling De Groene Motor

Met een laagdrempelige initiatief grote en kleine wensen van vrijwilligersgroepen waar kunnen maken. Met de voucherregeling van De Groene Motor is het mogelijk. Vraag ons wat er kan en we denken graag met je mee! Op de overzichtspagina vind je ook alle informatie, spelregels en inschrijving. 

Mail of bel ons gerust met jouw creatieve ideeën en wensen: info@degroenemotorzh.nl of 015 – 286 4350

Op de hoogte blijven van de vouchertrajecten? 

In de nieuwsbrief van De Groene Motor geven we updates over de voucherregeling, vrijwilligersgroepen en activiteiten in het groen.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

Landschapsfonds Holland-Rijnland

Het landschap nog mooier maken door kleine landschapselementen terug te plaatsen of aan te leggen? Dan is deze voucher-actie wat voor jou! Het Landschapsfonds Holland-Rijnland biedt een voucherregeling aan voor een aantal gemeenten binnen Zuid-Holland.

Hart voor boomgaarden en kleine landschapselementen

Een hoogstam boomgaard bestaat uit minimaal vijf fruit- of notenbomen van Oudhollandse rassen, vaak omringd door boerenheggen of struweelhagen. Een boomgaar helpt wilde bijen, egels en steenuilen aan voedsel en nestgelegenheid. Maar ook kleine landschapselementen als grienden, poelen, solitaire-, laan- en knotbomen en de eerder genoemde hagen zitten in het hart van Holland-Rijnland.

Je kunt jouw aanvraag indienen bij www.landschapsfondshollandrijnland.nl/voucher/ 

Natuurclubs organiseren tiendelige online cursus over de natuur

Wat is het verschil tussen een havik en een buizerd? Hoe kun je onderzoek doen naar vleermuizen of de korstmossen op je stoep? Welke padden leven er in ons (kikker)landje? Wat is eigenlijk natuur? Dat – en nog veel meer- leer je in de tiendelige online cursus veldbiologie, opgezet door SoortenNL.

SoortenNL is een netwerk van natuurorganisaties. Deze organisaties verzamelen natuurgegevens met behulp van vrijwilligers en doen toegepast onderzoek naar de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Deze soortenorganisaties, zoals de zoogdiervereniging of de vlinderstichting, zijn elk gespecialiseerd in een groep dieren of planten. Zij beheren databanken met ecologische gegevens, die door duizenden vrijwilligers verzameld zijn. Ze hebben in de loop der jaren een grote expertise opgebouwd met betrekking tot de praktijk van veldbiologie, de ecologie van de Nederlandse flora en fauna en het beheren en interpreteren van monitorings- en verspreidingsgegevens. Deze expertise wordt nu op laagdrempelige manier inzichtelijk gemaakt en aangeboden.

Zie hier voor het verdere bericht.

We beheren onze natuur kapot

Nederland voert negatief natuurbeleid: we regelen heel precies tot hoe ver de natuur mag worden aangetast maar er is nauwelijks aandacht voor wat natuur nodig heeft. Daardoor wordt natuur vooral als hindermacht ervaren, terwijl de positieve kwaliteiten niet belicht worden. Beleid dat uitgaat van wat de natuur nodig heeft, levert uiteindelijk veel meer op, betogen Sander Turnhout en Sander Hunink.

Lees hier het bericht van NatuurInclusiefRadboud Healthy Landscape en SoortenNL.

Invasieve exoten; tuin er niet in

De dagen lengen, de vogels beginnen te fluiten en veel mensen krijgen zin om in hun tuin te werken en nieuwe tuinplanten aan te schaffen. Weet jij welke tuinplanten een risico kunnen zijn voor de natuur? Daar hebben Sovon en de  Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nu een handige hulp voor!

Veel uitheemse planten die inmiddels in de Nederlandse natuur voorkomen zijn ooit als tuinplant van ver naar Nederland gehaald voor hun sierwaarde. Ruim zestig procent van de uitheemse plantensoorten die in Nederland in het wild zijn waargenomen, zijn verwilderde tuinplanten! Het merendeel van alle in Nederland te verkrijgen uitheemse tuinplanten levert gelukkig geen probleem op in de tuin of in de natuur, omdat ze niet zelfstandig kunnen overleven en verspreiden. Maar een aantal soorten kan wel verwilderen en schade toebrengen aan de natuur.

Lees hier verder; https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=27397

Foto header; Reuzenberenklauw tussen de bomen in Groningen (Bron: Jenneke Leferink)

Verplicht groene maatregelen bij woningbouw

De komende tien jaar krijgt Nederland er bijna een miljoen woningen bij. Bouwers, banken, ontwikkelaars en natuur- en milieuorganisaties maken zich zorgen over de leefbaarheid van steden en het verlies van biodiversiteit. De organisaties zien volop kansen om steden en dorpen te vergroenen, zodat natuur meer ruimte krijgt. Hun gezamenlijke pleidooi staat in het manifest Bouwen voor Natuur. ‘Natuur hoort een vanzelfsprekend ingrediënt te zijn in alle nieuwbouw. Stichting Steenbreek roept de politiek op: leg dit vast in het nieuwe regeerakkoord en help ons zo groene duurzame steden te realiseren’, aldus de opstellers.

Lees hier het bericht verder

Torenvalken ringen voor de jeugd

Het ringen van torenvalken is belangrijk voor onderzoek. Door de torenvalken te ringen weten we waar ze naar toe trekken en hoe oud ze worden. Dit gebeurt op een speciale manier. En tijdens het ringen worden allerlei gegevens van de vogels opgenomen. Jij hebt de kans om te zien hoe dit gaat!

Een ervaren lid van de roofvogelwerkgroep vertelt je alles over de torenvalk. En je kunt natuurlijk al je vragen stellen. Daarna zie je hoe de jonge vogels geringd worden. Je kunt de jonge vogels van alle kanten goed bekijken. De poten, de snavel, hoe groot ze al zijn. En wie weet zie je ook nog wel een volwassen torenvalk van dichtbij. Ben je tussen 8 en 17 jaar en wil je mee? Meld je dan direct aan via e-mail jeugd@nvwk.nl vermeld daarbij je naam, e-mail, telefoon nummer en leeftijd.

Excursieleider: Een ervaren lid van de roofvogelwerkgroep.

Datum en tijd: tussen eind mei en begin juni. Het is nooit precies te zeggen wanneer de jongen groot genoeg zijn om te ringen. Daardoor kunnen wij ongeveer twee weken van te voren aangeven wat de exacte datum van deze activiteit zal zijn. Meld je nu aan. Wij geven je twee weken van te voren de definitieve datum en tijd door.

Verzamelplaats / locatie: die hoor je als de exacte datum bekend is.

Contactpersoon: Monique Wooning, jeugd coördinator. jeugd@nvwk.nl

Corona informatie: Gelukkig is het weer toegestaan om activiteiten voor jongeren te organiseren. Natuurlijk houden wij daarbij rekening met alle maatregelen van het RIVM. Zo blijft het voor iedereen veilig om mee te doen. Voor meer informatie kun je contact opnemen via jeugd@nvwk.nl Vanwege het verloop van de coronapandemie kan het zijn dat deze activiteit op het laatste moment niet door kan gaan. Ook kan het zijn dat er een beperkt aantal deelnemers mee kan gaan. Kijk op de website voor actuele informatie over deze activiteit.

Foto header: torenvalk, Melchior Spruit