Nieuwsbrief wintervogeltelling februari 2022

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van februari 2022 en natuurlijk meteen een oproep voor het telweekend van maart 2022.

Deze week was het heerlijk lente-achtig weer. In de nacht was er nog wel nachtvorst. In het telweekend zag Hans temperaturen van 6 graden ’s nachts en een graad of 13 overdag. Met een kleine kans op neerslag moet het een heerlijke telling zijn geweest.
Hans voelde de lente al en er is dus ook al kans op jongen; bij ons telwerk tellen we jongen pas mee als deze vliegvlug zijn.
Eerst wat lezen en dan lekker de polder in.

Tekst: Hans Kouwenberg, foto: Peter Stam

Scholekster weer in de polder

De opvallende scholekster is het hele jaar door in Nederland te zien. In de herfst verliet een gedeelte van de populatie het land en waren de meeste overwinteraars aan de kust te vinden. Op dit moment komen de vogels uit het zuiden weer terug en gaan alle vogels op zoek naar hun eigen broedterritorium. Dat betekent dat je ook weer scholeksters in het binnenland kunt tegenkomen. Hun zwart-witte verenkleed, oranjerode snavel en poten en harde roep maken de scholekster onmiskenbaar. Heb jij ze al op het boerenland gespot?

De scholekster broedt zowel aan de kust al in het boerenland. Ze hebben een voorkeur voor kale grond. Ze produceren 3 tot 4 vrij grote eieren in een kuiltje in de grond met wat steentjes en takjes bekleed. Omdat scholeksters hun jongen voeren, in tegenstelling tot de andere weidevogels, kunnen ze ook op platte daken gaan broeden.

Foto header door Bernard de Jong

Voorjaarsuilen stropen

Stropen heeft een negatieve klank: het illegaal weghalen van soorten uit de natuur. Maar als vlinderaars deze term gebruiken is dat veel minder negatief. Stropen is het aanbrengen van een zoete stof op bomen of andere stevige elementen om zo te onderzoeken welke nachtvlinders er in de buurt aanwezig zijn.

Er zijn twee veelgebruikte methoden om te onderzoeken welke nachtvlinders ergens voorkomen: met een felle lamp voor een laken of op een nachtvlinderval en stropen, ook wel smeren genoemd. Dat laatste werkt niet op alle momenten in het jaar even goed. Nu, in het vroege voorjaar, als er nog maar weinig bloemen bloeien, is het een prima manier om een aantal voorjaarsuilen te zien te krijgen. Bedenk wel dat het niet altijd prijs is. Er spelen veel facetten een rol, maar heb je een keer niets, probeer het dan gewoon een paar dagen later nog eens. Het beste is als de nachten niet te koud zijn, dus in ieder geval boven de vijf graden. Stropen doe je rond zonsondergang. Vanaf een uur daarna kun je de plekken controleren of er nachtvlinders op zijn afgekomen. Je moet je daarbij rustig gedragen en voorzichtig, van enige afstand, de plekken beschijnen met een zaklamp. Zeker als vlinders er nog maar net op zitten zijn ze snel verstoord en laten ze zich vallen of vliegen weg. Als ze er wat langer op zitten zijn ze makkelijker te benaderen en dan kun je ze vaak ook goed fotograferen. Er zijn heel veel verschillende stropen en veel werken prima, als ze maar lekker zoet zijn. Er zijn prachtige recepten in omloop met allerlei ingrediënten. Veel nachtvlinderaars hebben ook ‘eigen’ geheime toevoegingen en er lekker mee experimenteren kan geen kwaad.

Als je van snel en simpel houdt kun je ook gewoon flink wat (poeder)suiker oplossen in rode wijn. Dat hoeft geen Grand Cru te zijn, een goedkope slobberwijn werkt ook prima. De wijn met suiker kun je met een plantenspuit op de bomen spuiten. Dat hoeven geen vierkante meters te zijn, kleine plekjes zijn al voldoende. Als nu gaat smeren kun je nog winteruilen verwachten, zoals de zwartvlekwinteruil, wachtervlinder en bosbesuil. Nu verschijnen ook de echte voorjaarsuilen. De dennenuil zie je lang niet overal in het land, want deze is gebonden aan de hogere zandgronden. Het is een bont gekleurde uil waarvan de herkenning niet zo moeilijk is. Ook de nunvlinder is onmiskenbaar, met een grote gebogen zwarte vlek in de vleugels. De vijf andere voorjaarsuilen zijn wat lastiger. Binnen een soort bestaat ook nog variatie en dat maakt herkenning niet altijd even gemakkelijk. De dubbelstipvoorjaarsuil is ook wel variabel van kleur, maar de twee duidelijke zwarte vlekjes, waaraan de soort de naam te danken heeft, zijn altijd aanwezig. Voor de andere voorjaarsuilen kijk je vooral naar de grootte, en de vorm, grootte en kleur van de zogenaamde uilvlekken. Al die uilen hebben een niervlek, die vaak ovaal tot niervormig is, en een kleinere ronde ringvlek. Bij de tweestreepvoorjaarsuil, die redelijk verspreid over het land voorkomt, zijn deze groot en lichtomrand. De kleine voorjaarsuil heeft een opvallend smalle niervlek. Zo zijn er een aantal kenmerken waardoor de voorjaarsuilen uit elkaar te houden zijn.

Al deze kenmerken vindt u op een herkenningskaart, die gratis is te downloaden op de website van De Vlinderstichting (pdf; 1,1 MB). Op deze kaart staat ook een recept van stroop, waarmee de vlinders gelokt kunnen worden.

Let op: Veel (natuur)gebieden zijn na zonsondergang niet vrij te betreden, dus als je daar wil stropen moet je vooraf contact opnemen met de eigenaar of beheerder.

Tekst; Kars Veling, De Vlinderstichting

Basiskwaliteit Natuur: van woorden naar daden

De Nederlandse biodiversiteit is door een ondergrens gezakt. Zelfs algemeen voorkomende diersoorten hebben het moeilijk. Om daar iets aan te doen, lanceerde Vogelbescherming het concept Basiskwaliteit Natuur. Dat gaat niet over natuurgebieden, maar over de natuur daarbuiten. De Nederlandse bestuurders beginnen het idee steeds meer toe te juichen.

Merel, huismus, eekhoorn of egel. Ook de meest bekende wilde dieren hebben steeds minder ruimte in ons overvolle land. Al ons asfalt, beton en intensief landgebruik gaat ten koste van hun leefgebied. Daarom introduceerde Vogelbescherming Nederland vorig jaar dus het concept ‘Basiskwaliteit Natuur’. Het doel: overal waar we wonen, werken en leven ook plaats maken voor natuur. Dat is niet alleen goed voor de biodiversiteit, maar ook voor onze eigen gezondheid.

Het succes van dit idee over een basiskwaliteit ligt in handen van de politici, bestuurders en ambtenaren die ons land inrichten. Het goede nieuws is: Basiskwaliteit Natuur slaat aan. Een overgrote meerderheid van de Kamer nam een motie aan om een Basiskwaliteit Natuur te realiseren. De nieuwe minister van Stikstof en Natuur, Christianne van de Wal, heeft Basiskwaliteit Natuur intussen (dus) ook in haar plannen meegenomen. Maar ook op provinciaal niveau slaat het concept aan. De provincie Drenthe gaat er bijvoorbeeld al concreet mee aan de slag.

Lees hier het hele bericht van Vogelbescherming Nederland

Wie wil helpen om contacten te leggen met jeugd op lagere scholen voor deelname aan natuuractiviteiten NVWK?

De uitgestelde nieuwjaarsexcursie van zaterdag 8 maart 2022 was een groot succes. Alles zat mee: het weer, de vogels; en de groep deelnemers. Daaronder waren circa 20 kinderen. Dat was mogelijk omdat de NVWK deze excursie feitelijk samen organiseerde met de Jeugdnatuurwacht in Krimpen ad IJssel. De NVWK zorgde voor het initiatief, de leiding en de kennis; de Jeugdnatuurwacht voor de kinderen en begeleiders. Door samenwerking is er veel mogelijk.

Maar in de gemeente Krimpenerwaard is er geen organisatie, die net als in Krimpen a/d IJssel, de scholen benadert en kinderen vraagt of ze mee willen doen aan natuuractiviteiten. Het zou heel fijn zijn als een groepje ouders dat op zich wil nemen. De NVWK en de Jeugdnatuurwacht in Krimpen a/d IJssel kunnen hierin adviseren en informatie geven over natuur, planten en dieren in de Krimpenerwaard. Wie hier belangstelling voor heeft, of meer informatie wil hebben, kan een mailtje sturen naar jeugd@nvwk.nl.

Herplanten boom in Krimpen aan den IJssel

Mede dankzij de inzet van de NVWK heeft de gemeente Krimpen aan den IJssel besloten een van de grote platanen bij de grote kruising te verplaatsen. De boom is mooi groot en een waardevolle blik- en stikstofvanger. De Lokale Omroep Krimpen heeft een video gemaakt van de verplaatsing. Vanaf ongeveer minuut 11 licht ‘onze’ Stefan van der Heijden een en ander toe.

Met kinderen en volwassenen op vogelexcursie

Zaterdag 5 maart heeft Jaap Graveland de uitgestelde nieuwjaarsexcursie geleid: elk jaar op de eerste zaterdag van het nieuwe jaar lopen we een rondje (7 km) rond de Surfplas boven Reeuwijk. Door coronoa kon het dit jaar niet doorgaan.

De Surfplas is ontstaan door zandwinning voor de nabijgelegen A12. Hij is tot 40 m diep, vriest daardoor alleen dicht bij strenge vorst en is dus erg in trek bij eenden,met name smienten. Er kunnen wel 50.000 smienten gaan slapen.

Het prachtige weer, de deelnemers en de vogels maakten er een geweldige ochtend van. De deelnemers: twintig kinderen van de Jeugdnatuurwacht (JNW) uit Krimpen ad IJssel, hun begeleiders en leden van de NVWK. We zagen grutto’s. Ze zaten mooi dichtbij, een vrouwtje was op tien meter afstand aan de overkant van de sloot rustig voedsel aan het zoeken. We zagen kieviten. Veel kinderen hadden die nog nooit gezien. En we zagen veel eenden: brilduiker, tafeleend, kuifeend, krakeend, slobeend, wilde eend. En de smienten natuurlijk, ca 15.000, midden op de plas. Een tjiftjaf zong, voor sommigen de eerste voor dit jaar. Een roodborsttapuit liet zich heel mooi zien.

Alle soorten werden netjes opgeschreven in kleine schriftjes die de kinderen hadden meegekregen. (“hoeveel heb jij er al?”). De vogels bewaarden het beste voor het laatst: bijna op het einde van het rondje zagen we vlak bij de kant twee paartjes krooneenden. Wat verderop een paartje geoorde futen. Een aantal ouders dachten dat men bij het noemen van ‘geoorde fuut’ in de maling in de maling genomen werd. Kortom, er werd veel geleerd. 😉 De geoorde futen schitterden in de zon; Jaap kent geen vogel met een oog zo rood als dat van de geoorde fuut. Vooral de spontaniteit en aandacht van de kinderen maakten er een bijzondere ochtend van. Het voelde als een cadeau. Dat gaan we vaker doen!

Even pauzeren, foto: Jaap Graveland

Tekst Jaap Graveland, foto header: geoorde futen door Vincent Vuik

Bijna negentig procent van de consumenten wil een plasticverdrag

We zien het helaas maar al te vaak: beelden van vogels met magen vol plastic en walvissen die gestrand zijn met kilo’s plastic in of aan hun lijf. De plasticcrisis is enorm en neemt nog steeds toe. De Nederlandse consument heeft er de buik van vol, zo blijkt uit onderzoek van IPSOS.

Marktonderzoeksbureau IPSOS heeft op verzoek van The Plastic Free Foundation en WWF ruim 20.000 volwassenen in 28 landen gevraagd naar hun mening over acties om plasticvervuiling te stoppen. In Nederland vindt 84 procent van de consumenten dat verpakkingsproducenten en retailers verantwoordelijk zijn voor het verminderen, hergebruiken en recycling van plastic verpakkingen. 

Nederland loopt achter

Volgens plastic-expert van WWF, Oskar de Roos, geven Nederlanders een heldere boodschap: “Een beter milieu begint bij de overheid en het bedrijfsleven en niet bij consumenten. De huidige plasticcrisis is hiervoor te groot. We zien dat de huidige focus van de Nederlandse overheid op vrijwilligheid en recycling niet toereikend is. Sterker nog: wij lopen flink achter op landen om ons heen. Strenge wet- en regelgeving is echt noodzakelijk om de plasticcrisis te stoppen.” 

Statiegeld, belastingheffing en een verbod

In het Verenigd Koninkrijk wordt vanaf april een taks ingevoerd op primair (virgin) plastic, in Frankrijk mogen winkels vanaf 1 januari 2022 geen groente en fruit meer verkopen in plastic verpakkingen en Duitsland en Scandinavië zijn veel verder met statiegeld op plastic verpakkingen.  

De Roos vindt het fantastisch om te zien hoeveel publieke steun er voor stevige maatregelen is. “Wij hopen dat het Nederlandse kabinet zich hierdoor gesteund voelt en zich inzet voor stevige internationale afspraken tijdens de VN-top in Kenia eind deze maand.”  

Internationaal bindend verdrag

Gemiddeld negentig procent van de ondervraagden is van mening dat een internationaal bindend verdrag ‘belangrijk’ is in de strijd tegen de plasticcrisis (in Nederland is dit 86 procent). Consumenten in Latijns-Amerika lopen voorop; in Mexico vindt zelfs 96 procent een verdrag van belang om plasticvervuiling in oceanen te stoppen. Daarna volgen consumenten in Europa en Azië. 

Op dit moment is in Kenia een wereldwijde top van de Verenigde Naties, waar onderhandeld wordt over een plasticverdrag. Onlangs bleek uit een WWF-rapport dat plastic in onze oceanen in 2050 verviervoudigd zal zijn als we nu geen actie ondernemen. 

Teken hier de petitie voor een plasticverdrag.

Tekst: Wereld Natuur Fonds, foto’s: Paul Williams, WWF

Uitgestelde nieuwjaarsexcursie naar surfplas Reeuwijk: zaterdag 5 maart

Nu de coronaregels verreweg versoepeld zijn, willen we graag alsnog de ‘nieuwjaarsexcursie’ organiseren en wel op zaterdag 5 maart 2022 van 08.30u tot ongeveer 12.00 uur. Naar goed gebruik lopen we het rondje rond de surfplas (ca 7 km), weer of geen weer. Onze voorzitter Jaap Graveland zal de excursie leiden. We hopen uiteraard op leuke vogels op en om de plas. Startpunt is de parkeerplaats bij het restaurant Paviljoen Reeuwijkse Hout aan de plas. Uiteraard is er na afloop weer gelegenheid voor koffie of warme kop soep. Voor nadere info: Frans van der Storm, info@nvwk.nl, of 06-55812250.

De excursie is per ongeluk niet in de nieuwsbrieven opgenomen, maar noteer het dus in je agenda: Vogelwandeling Surfplas Reeuwijk.

Een natuurvriendelijke oever aanleggen? Vraag voor eind maart subsidie aan!

Wie plannen heeft om een groene oever aan te leggen, kan ons om een financiële bijdrage vragen bij het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard (maximaal 90% van de totale kosten). Dat kan nog tot en met 31 maart 2022. Hierna beoordelen ze welke projecten het best kunnen bijdragen aan de verbetering van de waterkwaliteit. Ze verstrekken subsidie in volgorde van verwacht nut en beschikbaar budget. In totaal is maximaal 50.000 euro beschikbaar.

Voor par­ti­cu­lie­ren en be­drij­ven in ons ge­bied

De subsidie is voor particulieren en bedrijven, die in het gebied Schieland en de Krimpenerwaard een natuurvriendelijke oever aanleggen. De oever moet minimaal 50 meter lang zijn en onder water minimaal 1 meter breed. Alle voorwaarden en het aanvraagformulier vind je onderaan deze webpagina.

Na­tuur­vrien­de­lij­ke oe­vers tel­len voor drie

Voor een goede kwaliteit van het water in sloten, singels en plassen is het belangrijk dat er in en om het water verschillende planten en dieren leven. Daarom leggen wij natuurvriendelijke oevers aan als een geleidelijke overgang tussen water en land. Hierop kunnen verschillende plantensoorten gaan groeien. Zo ontstaat een fijne leefplek voor bijvoorbeeld (water)vogels, vissen, insecten en kikkers. Zij kunnen er schuilen, eten vinden, opgroeien en voortplanten. Daarom zegt HHSK: “Natuurvriendelijke oevers tellen voor drie. Ze zijn goed voor de waterkwaliteit, goed voor plant en dier en voor mensen zijn ze fijn om naar te kijken, langs te lopen, fietsen of varen.”