Uilen ringen en moeilijke woorden leren met groep 6 van basisschool Het Mozaiek

De kinderen van groep 6 van basisschool het Mozaïek uit Krimpen aan den IJssel kregen op dinsdagmorgen 6 juli een les over uilen en over waarom het belangrijk is dat ze geringd worden. Ook de NVWK zelf werd hierbij, als vereniging, kort belicht. Op veel vragen wisten de kinderen een antwoord, maar op de vraag wat biometriegegevens zijn en wat dispersie is, hadden ze geen antwoord. De meester en de stagiair van ‘uilenmeneer’ Stefan overigens ook niet…

In een uur kregen de leerlingen een stoomcursus krimpenerwaarduilen. Bosuil, ransuil, kerkuil en steenuil kwamen voorbij, aangevuld met de velduil en de oehoe die niet in de krimpenerwaard broeden. Verschillen in oogkleur, braakballen, geluiden; het passeerden allemaal de revue. Ze leerden ook dat het ook dit jaar best wel goed gaat met de kerkuil en dat het juist helemaal niet goed gaat met de steenuil. Van de laatste twee stond een opgezet exemplaar in de klas die door veel kinderen goed werden bekeken. Het doel van de les was om de klas goed voor te bereiden op een ringsessie. Het ringen zelf kan daarmee zo kort mogelijk duren (de kinderen weten wat er gaat gebeuren); dit in verband met het welzijn van de dieren.

Later op de dag ging de helft van de klas naar een adres in Berkenwoude en de andere helft naar Stolwijk. Op beide adressen zaten er vier kerkuiljongen in de uilenkast, die voorzichtig door medewerkers uilenwerkgroep naar beneden werden gehaald. De jongen werden voorzien van een ring. Alle kinderen hadden de opdracht gekregen om aan de hand van de vleugellengte te bepalen hoe oud de jongen waren en of de jongen goed op gewicht zijn. Er zijn hiervoor standaard gegevens beschikbaar, die verkregen zijn bij jarenlang onderzoek naar kerkuilen. De ringer (Cor Oskam van vogelringstation Nebularia) mat de vleugels op waarna de kinderen volgens een tabel uitzochten hoe oud de jongen waren. De ringer vertelde onder andere dat door hem geringde uilen tot aan de Zwarte Zee werden teruggevonden. Een klein lesje topografie en de kinderen wisten waar dat helemaal was. 

Alle kinderen vonden de kuikens overigens mooi, de ringer vond ze echt lelijk. Nou ja; verschil moet er zijn. En wat zijn nu eigenlijk biometriegegevens? Dat is het gewicht, de vleugellengte en kop-snavellengte van een uil; kortom: lichaamskenmerken. Dispersie betekent verspreiding, specifiek van jongen die een eigen gebied op (moeten) gaan zoeken. Weer wat geleerd!  

Tekst en foto: Uilenwerkgroep NVWK